Stress kan allerlei lichamelijke klachten veroorzaken. Welke dat zijn, hangt af van de vraag of iemand last heeft van acute stress of al is beland in de fase van chronische stress, schrijft Christina van der Feltz-Cornelis in haar boek Het stressbeeld. Mensen kunnen overigens lang blijven hangen in de acute fase als ze af en toe nog weten te ontspannen.
Bij acute stress staat het zelfbehoud centraal. Daarvoor wordt het sympathische zenuwstelsel actief, de ‘actietak’ van het autonome zenuwstelsel. Ademhaling en hartslag versnellen, de spieren spannen zich, de zintuigen worden extra scherp. Blaas en darmen geven te kennen dat ze geleegd moeten worden en de maag dat eten even niet welkom is; wie moet vechten of vluchten, kan geen overbodige ballast meezeulen. In deze fase kunnen mensen doorgaans wel aangeven dat ze zich angstig of boos voelen; fysieke stressklachten herkennen ze vaak niet. Deze kunnen daardoor extra stress veroorzaken.
Stressklachten
‘Lichamelijke angst-equivalenten’ noemen deskundigen deze verschijnselen. Het gaat om:
- ademnood
- beven
- droge mond
- duizeligheid
- hartkloppingen
- inslaapproblemen
- misselijkheid, diarree
- spierspanning
- pijn op de borst
- transpireren
- veel plassen
Chronische stressklachten
Bij chronische stress worden mensen vaak somber. Logisch: wanneer we te lang in een lastige situatie zitten, worden we moedeloos. Doordat het lichaam al zo ver heen is, kunnen de klachten die bij deze fase horen hardnekkig zijn. Als zogeheten ‘lichamelijke depressie-equivalenten’ kunnen de volgende verschijnselen optreden:
- vermoeidheid
- doorslaapstoornis
- eetlustverandering
- gewichtsverandering
- pijnklachten, zoals gewrichtspijn en rugpijn
Slechte weerstand
Stress, en de stressklachten die ermee gepaard gaan, is in veel levens een min of meer chronisch fenomeen geworden. Heel ongezond, want in de meeste gevallen gaat dat gepaard met een voortdurend iets te hoge cortisolspiegel. Dat stresshormoon onderdrukt het immuunsysteem. Op zich logisch: een immuunsysteem dat dagelijks op volle toeren draait, put mensen uit. Maar met een verminderde weerstand zijn ze natuurlijk stukken vatbaarder voor verkoudheden, blaasontstekingen en ander ongemak. Op de lange termijn maakt zo’n hoge cortisolspiegel hen zelfs kwetsbaarder voor kanker.
Ook geeft al die cortisol het lichaam als het ware het seintje: slechte tijden, reserves aanleggen. Vandaar dat mensen door chronische stress flink kunnen aankomen. Vooral rond hun middel, waar dat vet vervolgens een eigen leven gaat leiden (zie ook het kader onderaan).
Gedragsveranderingen
Te grote (werk)druk kan zich uiten in fysieke signalen, maar ook in gedragsveranderingen. Wees dus zowel bij jezelf als bij anderen alert op verschijnselen als:
- toenemende ontevredenheid
- sneller boos zijn
- onzekerheid, schrikachtigheid
- snel wisselende emoties
- grotere impulsiviteit
- cynisme, onverschilligheid
- meer zelfkritiek
- achterdochtigheid
- steeds andere artsen raadplegen voor lichamelijke klachten
- sneller transpireren, klamme handen
- tics of andere vormen van lichamelijke onrust, zoals ijsberen, voetwiebelen en beven
- verstrooidheid, van de hak op de tak springen
- besluiteloosheid, ongeïnteresseerdheid
- dingen niet afmaken, geen prioriteiten meer kunnen stellen
- niet meer openstaan voor nieuwe uitdagingen
- verminderde creativiteit
- fouten maken
- een toename van onveilig gedrag en ongelukken
- verminderde teamgeest
- te veel overuren maken
- meer roken, koffie en alcohol drinken en/of kalmeringsmiddelen slikken
- meer over het verleden dan over de toekomst praten
- onzorgvuldig omgaan met apparatuur
- onvriendelijkheid tegen collega’s en klanten
- een depressieve, in elkaar gezakte houding
- langzamer spreken en vertraagd bewegen